vendredi 10 février 2017

De Ruhrtalradweg, een viersterren fietsweg in het industriëel hart van Duitsland



Paula en ik reden in 2016 de Ruhr af langs de Ruhrtalradweg. Mijn broer Roger die jarenlang meubels leverde in de Ruhr voor de Hero was nieuwgierig: een viersterren fietsweg in het industriëel hart van Duitsland? Jawel, het kan! Over die vier sterren straks. En wij vonden Belgische eiken meubels terug bij onze R b&b. Ze kwamen wel niet van de Hero. In Duitsland maken ze er zo geen blijkbaar…

Wannes Vandevelde op verlof in de Ruhr

Wij zien de Ruhr als een grote agglomeratie. In feite is de regio een conurbanisatie  van een aantal grote steden met ertussen grote groene stroken. Dat ontdekte ook Wannes Vandevelde die in Essen zijn grote liefde ontmoette, Christa Bernhardt-Kabisch: “als ze me vragen waar ik op verlof ga,
antwoord ik: “Naar Essen”. Ik krijg dan altijd rare reacties op het Ruhrgebied en dat het er vreselijk zou stinken. In Essen kan je de S-Bahn nemen tot Hösel, 20 minuten. Als je de straat van het station oversteekt struikel je al over de konijnen. Daar kan je uren door de bossen wandelen zonder een huis te zien. Dat komt door bepaalde wetten die voorzagen dat in een industriegebied ook veel groen moest liggen. In Duitsland moet je dan niet afkomen met een rood potlood om het gewestplan te veranderen. Dat pakt daar niet. Je hebt daar ongelooflijke bossen. Bossen. Bossen. Bossen. Landschappen. Dan weer boerenlandschappen. Dan weer boerenlandschappen. Weer industrie en dan weer industrie. Ik vind het Ruhrgebied een land voor dichters. Ik denk dat daar grote poëzie moet kunnen ontstaan” (Wvdv p.291).

De Ruhrtalradweg en de Ruhrauen

De Roerfietsweg is uitzonderlijk groen:  hij passeert voor een groot deel in de Ruhr-Auen, de uiterwaarden die men net als in Nederland grotendeels wil herstellen, met zomerdijken. Onze fietstocht langs de Ruhrtalweg viel samen met de pokemon go hype. Paula Hertogen maakte mij al uit voor een oude zak die zich dik maakt over die gastjes die aan hun ipad geplakt niets of niemand zien. Wij vonden die Pokemonjagers overal terug, zelfs in de meest verloren hoek van de Ruhr-uiterwaarden. Bleek dus dat ook daar punten te sprokkelen waren. Mooi: je kon zo zien dat die bleekschijters van de hele zomer nog niet buiten waren gekomen. Met Pokemon vinden wij ze gebronzeerd terug, en ze zullen hun kilometers hebben gedaan. Een aantal zullen wel onder een auto lopen, maar ik zou zeggen dat het globaal bilan positief is.
Teleurstellend was de wegwijzering: het logo van de Ruhrtal is afwezig op de plaatsen waar men die nodig heeft: bij het binnenrijden en buitenrijden van een dorp. Waardoor je voortdurend verplicht bent je roadbook te raadplegen (in casu de Ruhrtalradweg van Bikeline, ook al onder alles: waar wij met veel plezier de Donau en de Elbe hebben gedaan is hun roadbook voor de Ruhr bijeengeflanst). . Dat komt omdat de Ruhrtalradweg bestaande lokale fietsroutes gebruikt. Daar is niets mis mee, behalve dat men een wegwijzering zou moeten ontwikkelen waar de Ruhrtalweg centraal staat. Een absoluut dieptepunt is het laatste stuk tussen Mühlheim en Duisburg, ook al omdat men de rivier niet meer kan volgen. Men rijdt er door de grootste binnenhaven van Europa en men wordt voortdurend van de stroom weggestuurd door de dokken. Wij raakten er helemaal uit koers. Een geluk bij een ongeluk: wij kwamen toevallig in Meidrerich terecht waar onze wagen stond en onze R b&b.
Maar misschien worden wij een beetje oud en is die fietsweg gemaakt voor mensen die gps op hun fiets hebben  RuhrtalRadweg GPS Track 

De Ruhrtalradweg en zijn vier sterren: pure marketing!

In de ranking van de ADAC staat de Ruhrtalradweg op de derde plaats, met viersterren, na de Elberadweg en de Weserradweg. Over de Weser kan ik niet meespreken, maar de Elbe is een absolute top. Zie mijn blogs
De Ruhr kan er nog niet aan rieken, onafgezien van de wegwijzering die onder alles is. Blijft dan de vraag: hoe is de Ruhrtalradweg aan zijn vier sterren gekomen? Ik denk dat het een puur marketing product is! “Een levendige samenwerking in marketing betaalt zichzelf", zegt Axel Biermann van Ruhr Tourismus GmbH . En Thomas Weber van Sauerland Tourismus voegt eraan toe: "wij hebben enorm gewerkt aan de weginfrastruktuur en aan de bewegwijzering." Hij zegt er niet bij hoeveel ze die vier sterren hebben betaald? Er is een heel netwerk van fietsroutes op vroegere goederensporen. Alleen spijtig dat men er niet het systeem van het Limburgse fietsnetwerk heeft overgenomen. Nu is het geheel onoverzichtelijk. Maar misschien moet men voor dit netwerk op gps overschakelen. ..

Met de trein naar de bron

Hierbij toch kort een overzicht van onze fietstocht langs de Ruhr.Wij lieten onze wagen achter in een R b&b in de Weserstrasse in Meiderich. Een aanrader! We stapten in Duisburg met onze fietsen op de trein. In principe mag je in Duitsland met je fiets overal op het openbaar vervoer. Voor de nationale lijnen en regionaal-express zoals Duisburg- Dortmund moet men reserveren op voorhand. Het aantal plaatsen is beperkt en in het hoofdseizoen is weken op voorhand alles geboekt. Op die hoofdlijnen krijg je voor je fiets een gereserveerde plaats: wagon nummer zoveel, haak x. Maar je weet niet op voorhand waar die wagon zich bevindt in de trein en je kunt niet voortgaan op de samenstelling van de trein zoals ze aangekondigd staat.
Voor de gewone regionale lijnen daarentegen is er geen reservatie mogelijk. In principe zijn er acht plaatsen per trein. Wij waren met meer in Dortmund maar doordat er geen begeleider was – one man cars - heeft iedereen zich een plaatsje kunnen veroveren. De lijn was onderbroken en we moeten een bus nemen om twee stations te overbruggen. Tot zover alles correct behalve dat onze volgende trein naar Winterberg en de bron van de Ruhr twee uur later vertrok. Waardoor wij een vroegere trein namen die maar tot Olsberg ging. In feite geen groot verlies: de Ruhr is er nog heel smal en de fietsweg loopt voor een groot deel op een (drukke) verkeersweg parallel aan de stroom. In feite zou ik aanraden de Ruhrtalweg te beginnen in Arnsberg.

De Möhnekatastrophe

Maar toch iets over Neheim en de Möhnesee. Voor mij een jeugdherinnering:  ik maakte ooit nog een boekbespreking van Dambusters: Operation Chastise
Bij een aanval van de RAF in 1943 werd destuwdam in de Möhne vernietigd. Hierdoor spoelde een vloedgolf van twaalf meter een groot deel van de gebouwen in Neheim weg en maakte daarbij ook vele slachtoffers in een kamp voor dwangarbeiders. Wij reden even de stad in om het kerkhof te bezoeken.
OPERATION 'CHASTISE'
Op 16 mei 1943 bombardeerden 19 Lancaster bommenwerpers de Möhnedam. Slechts 11 ervan keerden terug; 53 bemanningsleden (van de 133) kwamen om. 113 miljoen ton water dreunde door een gat van 25 meter diep en 75 meter breed. Door de twaalf meter hoge vloedgolf vielen in het Möhnedal veel slachtoffers, waaronder 1200 Oekraïense dwangarbeidsters - Ostarbeiterinnen  - in de „Wohn- und Verpflegungslager-Gemeinschaft GmbH“in Neheim. Ze moesten overleven op „Russenbrot“. De ondernemingen die ze tewerkstelden beklaagden zich erover dat het voedsel niet volstond om tussen tien en twaalf uur te werken. Het kamp overstroomde en 526 slachtoffers werden begraven in een massagraf op het Möhnefriedhof in Neheim. Wij hebben dit graf niet teruggevonden.
Wij vonden wel de graven terug van Belgische en Franse krijgsgevangenen.
https://www.youtube.com/watch?v=7HbyQgdRoYo
Dit bombardement was een technisch hoogstandje. Men kon geen torpedo’s gebruiken want er waren torpedonetten. Een zekere Wallis ontwikkelde de stuiterbom, 4 ton, 5,8m lang en een doorsnede van 1,2m. Hij inspireerde zich op het ‘keilen’ van platte kiezels. Die bom moest op 18 meter hoogte worden gedropt, op 1066 meter van de impact, de eerste ‘stuiter’ kwam tot 9 meter weer omhoog, de laatste ‘stuiter’ was op 1,2 meter. Om de juiste ‘stuiter’ te creëren moest de bom 500 toeren per minuut achterwaarts draaien. Voor Air Chief Marshal Harris was dit ‘het meest waanzinnige idee voor een wapen’. https://www.youtube.com/watch?v=8zBp1NCbAr0

Arnsberg, zijn kazerne en de bijzit van een Luikse prinsbisschop

Van Neheim reden wij dan naar Arnsberg. Het stadje loont de moeite en de fietsweg wordt vlak en men blijft in het groen en wordt nier meer de flanken van de vallei opgestuurd. Voor sommigen van onze generatie is Arnsberg de militaire dienst in de kazerne Reigersvliet die eigenaardig genoeg een Vlaamse naam kreeg. De 200 huizen voor de Belgische militairen staan nog altijd leeg.
Arnsberg is een mooi stadje in een Ruhrmeander. Een stadje dat zijn charmes uitspeelt, zonder bling bling. Men heeft er bijvoorbeeld een park aangelegd rond twee onooglijke Gartenhaüser (letterlijk : tuinhuisjes).
En die dateren van een vorige ‚bezetting‘ toen na de val van Napoleon de stad in 1816 bij Pruisen kwam. De staatsarchitect Karl Friedrich Schinkel bouwde er rond de „Neumarkt“ een regeringswijk. De beambten konden achter hun relatief smalle huizen de stroken grond kopen die tot de Ruhr liepen en bouwden daarop tuinhuisjes waarvan er nog twee bestaan.
Arnsberg hing net als Luik af van de aartsbisschop van Keulen. Luik organiseerde een paar jaar geleden een grote tentoonstelling rond zijn aarts- en prinsbisschop Ernestde Bavière. Een van de topwerken was het portret van zijn bijzit Gertrud von Plettenberg. Onze prinsbisschop bouwde voor haar in Arnsberg een kasteel dat via een onderaardse gang met zijn paleis verbonden was; vandaag is daar het regionaal museum dat spijtig genoeg door verbouwingen dicht was. Gertrud was meer dan een bijzit: in  1587 kreeg Ernest een wettige zoon bij haar, Willem van Hollenfelz, die zelfs abt van Stavelot werd. Onze prinsbisschop verbleef sinds 1595 permanent in Arnsberg. Zijn neef Ferdinand von Bayern werd als coadjuteur van Luik aangesteld. Die functie van coadjuteur was een manier om de plaats van prinsbisschop erfelijk te maken voor mensen die geacht werden het celibaat te belijden.

Witten en zijn mijnpatrimonium

Witten is één van de ankerpunten van het industrieverleden op de RuhrtalRadweg. Zie hierover mijn blog (in het Frans, omdat die eeuwenoude koolmijnen veel raakpunten hebben met het mijnverleden van Herstal) http://hachhachhh.blogspot.be/2016/12/la-sauvegarde-du-patrimoine-charbonnier.html
In Hattingen reden wij van de Ruhr af tot in Wuppertal. Het is mooi rijden, met maximum twee percent stijging, door een streek die ze hun klein Zwitserland noemen. Wuppertal is gekend door zijn zweeftrein, meer dan een eeuw na zijn inhuldiging nog altijd de hoofdslagader van het openbaar vervoer. Wij gingen er ook Engels groeten, een boezemvriend van Karl Marx. Naast het Engelshaus is er ook een Engelsgarten. Meer op http://huberthedebouw.blogspot.be/2016/12/wuppertal-zijn-zweeftrein-en-zijn.html

Schloss Landsberg en August Thyssen.

In Essen-Kettwig bezochten wij Schloss Landsberg. Enkel het park is toegankelijk; het kasteel zelf dient als vormingscentrum voor de groep Thyssen. Het is een beetje zoeken: het Ruhrtoerisme is discreet over dit kasteel waar in 1932 een beslissende vergadering doorging waar de staalbarons hun steun aan Hitler toezegden. Het kasteel van Krupp is aan de overkant. Hij noemde het in 1873 ‘villa Hügel’. Een villatje met  269 kamers; en nog eens 60 in een bijbouwtje ‘kleines Haus’. Alfred Krupp werd er ‘opgesloten’ na WO II.
Na Kettwig zijn wij in Mühlheim het spoor van de Ruhrtalradweg verloren: men moet voortdurend de stroom verlaten door de dokken. En zoals gezegd zijn de aanduidingen ondermaats. Maar eind goed al goed: wij kwamen toevallig op de juiste plaats uit, aan onze rb&b in Meiderich, of Duisburg Nord.

De vroegere binnenhaven van Duisburg

Het hoofdargument om de Ruhrtalradweg af te rijden is een rivier van de bron tot aan de monding te doen. Voor de Elbe of Donau is dit minder evident. Aan die monding hebben ze de spectaculaire Rheinorange neergepoot. Wij zijn er niet rechtstreeks kunnen naar toe rijden, maar het leek ons de moeite naar die Rheinorange gereden vanuit onze rb&b in Meiderich. En van daar is het maar een boogscheut tot de vroegere binnenhaven. De Innenhafen maakt deel uit van de Route der Industriekultur. Deze Innenhafen dateert van 1840. Hij was tot de jaren 70 de broodkorf van het
Ruhrgebied met zijn graanmolens en dito silo's. Norman Foster maakte een masterplan om de zone om te bouwen tot woon-, kantoor- en uitgaansgebied. Die binnenhaven heeft zijn charmes, maar laat toch een dubbelzinnig gevoel na: zal de mayonaise pakken? In de voormalige graansilo van de firma Küpper zit nu het Museum Küppersmühle für Moderne Kunst. Maarbovenop moets een monumentale stalen kubus komen van sterarchitecten Herzog & de Meuron. Die werd in 2014 definitief afgevoerd nadat de bouwheer, de gemeentelijke huisvestingsmaatschappij in 2011 de werken had stilgelegd. Men kan zich trouwens afvragen wat dergelijke bling bling projecten met huisvesting te maken hebben?
In 2008 werd een 350-meter lange, halvemaanvormige promenade aan de vroegere houthaven in beton gegoten. Daarachter had een commercieel complex moeten komen, waarvan de trap de sokkel moest zijn. Ook dit project komt niet van de grond.
Ook de Tuin van de herinnering  (Garten der Erinnerung ) ziet er kaal en mineraal uit, met zijn künstliche Ruinen. Dat doet mij teveel aan Albert Speer denken die een hele theorie ontwikkelde over hoe mooie ruines achterlaten na een duizendjarig rijk.  De Ludwigsturmis een trappenhuis waarvan men het gebouw errond heeft afgebroken en een paar bomen bovenop geplant. Dit kon ons niet bekoren.
Interessant  daarentegen vond ik de minimale restauratie van de vroegere stadsmuur. Na de 2e wereldoorlog stond 80% van de vroegere 2,4 km lange stadsmuur nog recht, zelfs al waren tussen de jaren 1815 en 1833 alle poorten (Stapeltor, Kuhtor, Marientor en Schwanentor) al gesloopt. Een groot deel verdween in de jaren zestig. Maar wat er nog staat langs de binnenhaven wordt minimaal
gerestaureerd. Het leest als open boek, men laat de muur in de staat dat men hem gevonden heeft. Men heeft de  klimop verwijderd en alles gestabiliseerd. Het lijkt op een ruïne, maar dat is gewild: het gaat niet om schoonheid, maar om de echtheid.
De binnenhaven moet het hebben van een aantal eetgelegendheden waaronder het spectaculaire Diebels http://www.innenhafen-portal.de/gastronomie/diebels-im-hafen.html
Maar kunnen die overleven als de rest van het masterplan niet van de grond komt (of als het weer niet mee zit om terrasjes te doen?)

Mercator: van Duisburg of van Rupelmonde?

Duisburg wil kapitaliseren op Mercator. Op het Burchtplein staat het Mercatormonument, en een pak gebouwen zijn naar hem genoemd. Eigenlijk hoort hij daar thuis, want in Vlaanderen werd hij het slachtoffer van de Inquisitie.
Gerhard De Kremer werd in Rupelmonde geboren. In 1526 stuurde zijn grootoom hem op twaalfjarige leeftijd naar de school van de Broeders van het Gemene Leven in ’s-Hertogenbosch.  Dit was een lekenorde die openbaar onderwijs organiseerde. De eerste scholen die de drie gewijde talen onderwezen (Grieks, Latijn en Hebreeuws) waren hun initiatief. Van die broeders wordt – volgens mij terecht – gezegd dat het ketters waren. Ook Jeroen Bosch zou een broeder zijn geweest.
De universiteit Leuven verwelkomde Gerard als student in 1530. Hij studeerde er theologie. We geven er ons vandaag geen rekenschap van hoe dat zijn werk beinvloedde. In 1537 publiceert hij zijn eerste kaart, van het heilig land, voor «een beter inzicht in de twee testamenten », “Amplissima Terrae Sanctae descriptio ad utriusque Testamenti intelligentiam”. Hij zat daarmee natuurlijk op gevaarlijk
terrein : dat zou de mensen kunnen aansporen om de Bijbel te lezen, en dat wilde de kerk absoluut vermijden. Lucas Cranach had in 1509 al een kaart uitgegeven van Palestina, en zijn vriend Luther had een gedrukte versie daarvan overgenomen in zijn Bijbeluitgave
In 1544 wordt het warm onder de voeten van Mercator: in Brussel stuurt de inquisiteur Pierre du Fief een Engelse Bijbelvertaler William Tyndale  naar de brandstapel. Hij roept 52 verdachten op waaronder een architect, een beeldhouwer, een vroegere rector van de universiteit, een monnik, drie priesters en … Mercator. Die was juist in Rupelmonde om de erfenis van zijn oom te regelen waardoor hij als voortvluchtig beschouwd werd wat zijn geval nog erger maakte. Geen geruststellende situatie als men hoort wat Ruard Tapper, doctor in de godgeleerdheid aan de universiteit van Leuven, zei over de ketters: “het heeft geen belang als er mensen sterven die onschuldig zijn, als we maar het volk schrik aanjagen door deze voorbeelden; en daarvoor komen eminente persoonlijkheden uit het onderwijs, rijken en adel het best in aanmerking”.
Er wordt hem o.a. zijn correspondentie verweten met Philip Melanchthon, een van de adjudanten van Luther. Hij zit zeven maand vast in de kerkers van het kasteel van Rupelmonde. Hij komt vrij maar zijn bezittingen worden verbeurd verklaard. Mercator en zijn familie verlaten in 1552 Antwerpen om zich in Duisburg te vestigen, waar het stadsbestuur heel tolerant was.
In 1569 publiceert hij zijn « Chronologia » waarin hij het verzet van Luther tegen de aflaten opneemt, waardoor zijn boek op de index komt.
In Duisburg werkt Mercator in 1569 zijn eerste zogenaamde “conforme” kaart uit. Hoewel op deze kaart Groenland groter is dan Zuid-Amerika verkiezen zeevaarders de “wassende” conforme kaart van Mercator (ze varen immers op kompas en maken peilingen met hun astrolabium).
Hij bereikt wereldroem met zijn wereldkaart van 1569 (Nova et aucta orbis terrae descriptio ad usum navigantium).
Ondertussen publiceert hij een aantal theologische teksten die nog altijd weinig bekend zijn. Zo bijvoorbeeld een commentaar op de brief van Paulus aan de Romeinen, waarin hij de theologische basis voor zijn Kosmografie uitlegt.
Duisburg wil Mercator dus voor zijn city-merchandising spannen. Deze strategie is al anderhalve eeuw oud.
In 1869 hoorde men in Duisburg dat Rupelmonde een zeven meter hoog standbeeld wilde oprichten. Drie maand daarna werd in Duisburg de eerste steen gelegd van het Mercator monument. Men heeft zijn naam Gheert de Cremer verduitst tot  Gerhard Krämer gen. Mercator”. Nu, in die periode was de naamgeving niet geformateerd zoals nu. In het raadhuis is een Mercatorkamer, met zijn Atlas minor van 1628 en de eerste Mercator-Atlas. In de evangelischen Salvatorkirche is er een
gedenksteen met een mooi half-relief van een oude en gebroken man. Die steen is weliswaar een eeuw na zijn dood aangebracht. Maar dit toont maar de achting voor onze ketter aan.
Duisburg heeft ook een universiteit en een winkelcentrum naar de aardrijkskundige genoemd. En op Rosenmontag gaat een Mercatorreus uit. In de binnenhaven en in Duisburg-Huckingen staat een monumentale Mercator Globus (gemaakt bij Duisburger Hüttenwerke Krupp-Mannesmann).
Het kan niet op en toch vinden ze het daar niet genoeg. Men wil er nu een hele wijk middeleeuws terug opbouwen, rond de kelders van het voormalige huis van Gerhard Mercator, “een unieke kans om stedelijke planning te koppelen aan een historisch erfgoed." Heel de wijk zal naar de replica van het Mercator-huis genoemd worden.  De
Duitsers houden van een Altstadt, alhoewel wat er in Duitsland overblijft veelal na de oorlog heropgebouwd is. Maar die Mercatorwijk is volgens mij een stap te ver in de citymarketing.
Tot slot nog een woordje over de autostrades in het midden van de stad. Iets vaar de Luikse schepen Lejeune ook van droomde voor Luik en dat ons ‘het gat van Saint Lambert’ heeft opgebracht dat dertig jaar het hart van de stad sierde. In Duisburg waren ze de eerste: de Amerikanen wilden van Duisburg hun uitvalsbasis maken voor hun koude oorlog en de stad kreeg ongebreideld kredieten om die autostrades tot in het hart van de stad te brengen. Persoonlijk vind ik het resultaat afgrijselijk, maar het is iets speciaals, en interessant als negatief voorbeeld.
Hiermee sluit ik dus onze Ruhrtalradweg af. Een unieke ervaring; niet onverdeeld enthoesiast, maar met toch een paar mooie momenten en een interessante referentie in verband met inustriepatrimonium. Hierbij nog de lijst van mijn blogs over het onderwerp.
http://huberthedebouw.blogspot.be/2016/12/wuppertal-zijn-zweeftrein-en-zijn.html