mardi 15 novembre 2016

Milaan, Novecento en de Vierde Stand


Tijdens onze citytrip in Milaan ontdekten wij er het schilderij dat als affiche diende voor de film ‘Novecento’ van Bernado Bertolucci. Ik dacht dat het ‘maar’ een affiche was. Welnee: ‘Fiumana’, want dit is de originele titel, is van Pellizza da Volpedo en dateert van 1895. Pellizza werkte het niet af en de voorloper van het beroemde schilderij bleef in het bezit van de erfgenamen van de schilder tot de jaren 1940. Aan de monumentale scène van de vloed van stakende arbeiders gingen een serie tekeningen, cartoons en schetsen vooraf die hij groepeerde onder de titel Ambasciatori della fame. Hij hernam vijf jaar later het thema met 'Il cammino dei lavoratori o il Quarto Stato'. Deze Mars van de arbeiders van de Vierde Stand is de definitieve versie, overgenomen door Bertolucci, en hangt in het Novecentomuseum op de Piazza del Duomo.
Fiumana  hangt in de Brera en is onafgewerkt, de contouren van de figuren zijn niet scherp, maar de snelle verfstroken die vanuit het centrum geleidelijk waziger worden bij de randen verhogen het gevoel van massa en beweging. Enkele figuren zijn zelfs transparant: dat drukt de anonimiteit van de massa uit die haar kracht put uit haar eenheid. De massa geeft de indruk van een vloed naar een betere toekomst. Het kleurcontrast tussen de stoffige en witte weg in de volle zon en de massa van mensen is opgebouwd met blauwe, gele en groene vlekken. De loodzware hemel op in de achtergrond contrasteert scherp met de verblindende zon op de voorgrond, een symbolische verwijzing naar een donker verleden en een opgang naar het licht. De structuur is een falanx  met een brede basis.
De kunstenaar vond het onaf en heeft het zelf aan de kant gezet. Hij heeft gedurende vijf jaar verder gewerkt en gezocht. Vormelijk en inhoudelijk. Ik vind de laatste versie beter, maar Fiumana heeft ook kwaliteiten. En het is zeker de moeite waard de twee versies te vergelijken. Uiteindelijk is er maar een paar honderd meter tussen de Pinacoteca van Brera en het novecento-museum aan de dom…

De kunst van de toekomst zal de goedheid en de waardigheid van de massa’s vertolken

Het werk van Pellizza kadert in de opkomst van de arbeidersklasse in de kunst, en het debat binnen de kunstenaars die voeling zochten met het opkomend socialisme. Over de groei van dit kunstwerk mijn blog (in het Frans) http://hachhachhh.blogspot.be/2016/11/milan-et-il-quarto-stato-de-pellizza-da.html
En ook:
http://www.uniter-arese.it/8_Archivio/ArchDownload/PELLIZZA%20QUARTO %20STATO.pdf
http://www.findart.it/News/Comunicati/Giuseppe-Pellizza-da-Volpedo-e-il-Quarto-Stato.-Dieci-anni-di-ricerca-appassionata.html

Jaurès en de Vierde Orde

Een paar jaar vroeger schilderde zijn vriend Emilio Longoni  L’Oratore dello sciopero, voor de eerste Kunsttriennale in Brera in 1891.  Eugène Laermans schilderde zijn stakingsavond in 1893. De
inspiratiebron van Pellizza was ‘Histoire de la Révolution française’ van Jean Jaurès die juist in een goedkope Italiaanse versie was uitgekomen. Jaurès  ziet het proletariaat als de revolutionaire opvolger van de Derde Staat in de burgerlijke revoluties. Op 7 mei 1890, enkele dagen na de eerste internationale Een-Mei viering, schreef hij :  « Le monde du travail prend conscience de lui-même, les gouvernements, jugeant habile de simuler la peur d’un bout à l’autre de l’Europe, entassent les soldats dans les casernes, les jardins grillés, les places, les carrefours. Voulant avertir le quatrième Etat de leur force, ils l’avertissent surtout de la sienne, qui sera irrésistible, s’il a le sentiment des devoirs nouveaux que lui crée une  puissance nouvelle... » 
Een eeuw later, in 1969, lanceert iemand de term ‘quart Monde’...

Eerste zondag van de maand: openbare musea gratis.

Napoleon en zijn vijgebladje in Brera
Als je de eerste zondag van de maand in Milaan zijt en je hebt zoals wij je vliegtuigticket 9€ betaald (18 H/T) haal je dat er dubbel en dik uit: de openbare musea zijn gratis. Let wel: de openbare musea. Aan 15€ per museum doe je er gemakkelijk drie,zonder je moe te maken... Alleen moet je nagaan wat openbare musea zijn. Maar dat is uit te zoeken. De Pinacoteca de Brera, waar Fiumana hangt, is een absolute topper. Geen bling bling, maar een historisch paleis. Maar de schilderijen zijn perfect belicht, met interessante commentaren. Doe eens de test: loop er door en noteer wat je als absolute top beschouwt. En vergelijk bij het buitengaan in de museumshop de werken waarvan een kopie verkocht wordt. Zonder een grote kunstkenner te zijn kom je zeker voor de helft uit op wat de vox populi uitzonderlijk vindt.
Op loopafstand is ook  de Castello Sforzesco Daar installeerde men in een nieuw museum voor één werk : de Pietà Rondanini, net zoals Fiumane een onafgewerkt beeld, maar wel van Michelangelo. Een arm is gepolijst, maar dan weggekapt voor een nieuwe schouder, bruut gekapt. Zes dagen voor zijn dood op 18 februari 1564 werkte hij er nog aan. Zijn trouwe dienaar Antonio del Franzese erfde het werk. Milaan kocht het van een graaf in 1952. Onze estheticaleraar in Tielt eerwaarde heer Baeckeland stelde ons in dat verband een fundamenteel filosofische vraag: wanneer is een beeld af? Vijftig jaar later zit die vraag nog altijd in mijn koppeke. Baeckeland is later animator geworden bij Elckerick.
Dit museum met één werk is in een vroeger pesthospitaal voor Spaanse soldaten, uit de XVIe eeuw. Naast de Piéta staan ook nog de sokkel waarop het vroeger stond, de sokkel die geweigerd is voor het nieuw museum en een kopje van Michelangelo. En daarvoor doen ze (uw dienaar inbegrepen) twintig minuten file. Maar het is de moeite waard!
Henry Moore zei over dit werk: “This is the kind of quality you get in the work of old men who are really great. They can simplify; they can leave out . . . in the Rondanini Pieta there’s a whole of Michelangelo’s 89 years’ life somewhere. [Henry Moore: Writings and Conversations (2002) p.159]

dimanche 6 novembre 2016

Milaan: de piazza del Duomo en de Galerij Victor Emmanuel



In october 2016 waren wij een weekje in Milaan. Wij hadden een Rb&b op een paar honderd meter van de piazza del Duomo. Die plaats lijkt volmaakt; men kan zich bijna niet voorstellen dat er iets anders is geweest. En toch is die geen twee eeuwen oud. En om die plaats te creêren is een halve stadswijk afgebroken. In mijn vorige blog beschreef ik hoe de voorgevel van de Dom het resultaat is van een prijsvraag van 1884. In feite is de prijsvraag een uitloper van de bouw van de grote winkelgalerij Victor Emmanuel en de aanleg van de piazza twintig jaar ervoor. Milaan had geen enkele grote plaats die naam waardig. Luik heeft dit ook gedaan: daar heeft men plaats gemaakt door de kathedraal van Saint Lambert af te breken. In Milaan is de gevel van de Duomo het decor geworden van een nieuwe tempel van de consumptiemaatschappij.
In maart 1861 wordt Victor Emanuel II, koning van Sardinië en Piemonte, tot koning van Italië uitgeroepen. De Italiaanse eenmaking is een boost voor het jonge kapitalisme. Verschillende steden willen de hoofdstad worden. Rome is uitgesloten, want nog van de Paus. Turijn en Firenze zijn een aantal maanden de hoofdstad. De Milanese burgerij heeft ook ambities, en drukte die uit in een winkelgalerij.

Milaan wil de grootste hebben. De koepel moet zo groot worden als Sint Pieter in Rome. En de Milanezen gaan inspiratie zoeken bij de Belgische architect Cluysenaar, die juist de ‘Galeries royales Saint-Hubert’ in Brussel voltooid had. De Unesco beschouwt die als een ‘Valeur UniverselleExceptionelle’. Onder andere omdat die Koninklijke Galerijen in het hartje Brussel in 1847 als eerste monumentale winkelgalerijen zijn gebouwd door een openbaar initiatief. Er was zelfs een galerij van de koning en een van de koningin. Saint-Hubert was 8,30 meter breed, 213 meter lang en 18 m hoog, met een glazen dak.
Giuseppe Mengoni  won de prijsvraag voor de galerij in Milaan en ging direct zijn licht opsteken bij Cluysenaer. Zijn  Galleria Vittorio Emanuele II wordt twaalf meter breed en zeven verdiepen hoog. Ze krijgt een kruisvorm: de langste arm is 196 meter en de kortste 105,5. De ingang van de Piazza is een monumentale triomfboog. Kwestie van materialen zijn we ver van het mooie marmer van de Duomo. Deze galerij wordt een triomf voor de nieuwe Portlandcement die in Milaan een okerkleur krijgt.
De bouw krijgt een dramatisch einde: in 1877 kruipt Giuseppe Mengoni nog even op het dak voor een laatste inspectie en valt van een stelling. Ook de koning die zijn naam heeft gegeven aan het bouwwerk sterft even later.

Het einde van de Coperto dei Figini

Maar om die galerij te bouwen is een hele wijk afgebroken, met onder andere de Coperto dei Figini, een eeuwenoude winkelgalerij  waarvan de bouw terug gaat tot Giangaleazo Visconti die met de Dom begon. De architect van de Coperto was Giunoforte Solari van de Veneranda Fabbrica del Duomo di Milano. Deze Coperto is 400 jaar een trekpleister geweest voor de Milanezen.
Een van de grote namen is, vandaag nog, het « café Campari ». Dat café bestond al in de «Coperto dei Figini ». David Campari die het fameuze aperitief uitvond is zelfs geboren in een van de appartementen van de galerij. Een halve eeuw later krijgt de galerij een plaatsje in de Pinacoteca di Brera, via het schilderij ‘Rissa in galleria’ van de futuristische schilder Umberto Boccioni. Het tafereel speelt zich af voor de  buvette van Gaspare Campari.
Ook andere historische gebouwen zoals de Rebecchino uit de XVde eeuw  vallen onder de sloophamer.
De galerij wordt en is nog altijd een groot succes. Vandaag vind je er nog altijd de grote merken als Armani, Borsalino, et Tod's. Miuccia Prada, de oprichtster van Prada, was in de jaren zeventig communistische militante. Dit verklaarde ze toch in Newsweek in 1978. En ze zei erbij dat het haar jaren gekost heeft om die drang tot bezit van zich af te zetten. Ondertussen heeft ze volgens Forbes een fortuin van 2.7 miljard dollar. Ik veronderstel dat men tot het eerste miljard zich wat ongemakkelijk voelt. Daarna wordt dit een abstract cijfer dat niets meer oproept. Let wel: ze begon niet met nul. Haar grootvader zat al in de confectie. Miumiu voelde zich in 2000 twintig jaar jonger toen ze de tempel van het Frans communisme – de vergaderplaats van het Centraal comité van de PCF op de Place du Colonel-Fabien, een werk van Oscar Niemeyer -  afhuurde voor een modedefilé.
Aan de andere kant van de galerij kun je op de Piazza della Scala Leonardo Da Vinci groeten.

Een castrerende oefening op een arme stier?

De mozaïeken op de vloer zijn ook de moeite waard, met onder andere het blazoen van de koninklijke familie van Savoye . Daar zou men zijn voeten moeten aan afvegen. Victor Emanuel III heeft in 1938 de rassenwetten van Mussolini  medeondertekend. Hij deed in mei 1946 troonsafstand en zijn zoon Umberto II volgde hem op, maar in juni van datzelfde jaar maakte een volksraadpleging een einde aan de monarchie. De mannelijke erfgenamen van de Italiaanse koninklijke familie werden tot ballingschap veroordeeld. De familie, die zich in de jaren vijftig in Zwitserland had gevestigd, mocht naar Italië terugkeren toen men in 2002 de clausule over ballingschap uit de grondwet verwijderde.
Maar het meeste succes bij de toeristen is een uit de kluiten gewassen stier. Wie met zijn rechterhiel een volledige draai kan maken op zijn teelballen mag een wens doen. Door deze castrerende oefening sleten de mozaïeken te snel  en men heeft er een soort trechtertje gemaakt. Op het eerste gezicht gaat het dus om een folklore voor toeristen. De Luikenaar in mij ziet een link met de stier van Jupiler (bij een goed geschonken Jupiler komt het schuim tot aan de kloten).
Maar in feite gaat het om veel meer, als men weet dat die galerij er kwam in de periode van de eenmaking van Italië. Die stier staat in het blazoen van Turijn, concurrent van Milaan voor de titel van hoofdstad. Al tijdens de grote opstanden van 1848, met de vijf revolutionaire dagen van Milan, twijfelt de Constituante die zich boog over de eenmaking van Lombardije met Piemont tussen Turijn of Milaan als nieuwe hoofdstad. En in 1864 nog stellen drie volksvertegenwoordigers  Petrucelli, Sineo en Tecchio Genua, Milaan en zelfs Brescia voor als de nieuwe hoofdstad. Die mozaïek is dus niet zo onschuldig als ze lijkt: het is een vorm van negatieve citymerchandising. De Milanezen willen Turijn een kloot aftrekken!

De poortersloge van Mussolini

De Milanese burgerij van de risorgimento brak dus een hele stadwijk af voor zijn monumentale winkelgalerij et de plaats voor de Dom. Mussolini wilde natuurlijk ook zijn duit in dat zakje doen. Hij lanceerde het project van de hoogste campanile ter wereld: 164 meter (de madonina is er 108).  
Hij herneemt hierbij een project van 1888 dat weliswaar heel wat discreter was. Toen dit niet haalbaar leek besloot hij in 1936 een vleugel van het Palazzo Reale af te breken voor zijn Palazzo dell'Arengario, dat ik het best kan vertalen door de Poortersloge. 29 projecten werden ervoor ingediend. Vier architecten, Enrico Agostino Griffini, Pier Giulio Magistretti, Giovanni Muzio en Piero Portaluppi ontwierpen vijf varianten. Het balkon moest dienen voor de toespraken van Mussolini. Deze heeft het niet meer mogen meemaken. De bouw begon in 1939 en werd stopgezet met de oorlog. Het gebouw werd beschadigd tijdens het bombardement van Milaan in de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog werd er eerst niets mee gedaan, want het gebouw was te sterk verbonden met Mussolini en de architecten rond hem. In 1956 werkte men het toch af: de Provinciale Dienst voor Turismo kreeg een vleugel, het Consiglio di Zona de andere.
In 2008 slechts kreeg het gebouw een definitieve bestemming met een prestigieus project: het Novecentomuzeum waar zo’n 400 topwerken uit de Milanese collecties van de twintigste eeuw werden samengebracht. Het grootste deel kwam uit de Koninklijke Villa: een residentie in 1790 gebouwd voor graaf Lodovico Barbiano di Belgiojoso, later gebruikt door Napoleon, vandaar zijn naam « Villa Bonaparte ». In 1921 werd dit het museum voor moderne kunst.  De Ottocento bleef in de villa Bonaparte, die daarmee een beetje verweesd achterbleef. En de Novecento ging naar de Arengario van Mussolini. De architect Italo Rotta heeft in dat neoklassiek gebouw een spiraal gebouwd die aan Guggenheim doet denken. Waarschijnlijk wegens plaatsgebrek bouwde men op het zevende verdiep nog een loopbrug naar wat er overbleef van het Palazzo Reale. Daar zijn de meest recente kunstwerken tentoongesteld, waaronder lichtsculpturen met verbluffende visuele aspecten. Aan de ingang het schilderij dat iedereen het Novecento noemt, naar de gelijknamige film die er zijn affiche van maakte. In feite heet het schilderwerk van 1901 van Giuseppe Pellizza ‘Quarto Stato’, de vierde stand. Maar dit wordt het onderwerp van mijn volgende blog. Zie ook http://huberthedebouw.blogspot.be/2016/10/de-dom-van-milaan-de-triomf-van-de-neo.html