dimanche 26 avril 2015

Met de senioren Hertogen op sinksenweekend in Moerbrugge

Met de senioren Hertogen zijn wij op het sinksenweekend in Moerbrugge (Oostkamp) in de Beernemstraat, bij de mooiste boerin van Vlaanderen. Daar prijkt een monumentale linde die tot Vlaanderens meest merkwaardige bomen wordt gerekend.   Wij zitten daar vlak bij een kasteel van Gruuthuse

Een monopolie op 'gruut'

De heren van Gruuthuze hadden in de Middeleeuwen het monopolie op 'gruut', een kruidenmengsel dat werd gebruikt bij het bierbrouwen. Een van de ingrediënten, de gagel, was een veelvuldig voorkomend kruid op de 'woeste' gronden in de omgeving van Oostkamp. Maar ik zou begot niet kunnen zeggen hoe het eruit ziet.
Later kwam het in handen van de familie d'Ursel, die het nog steeds in bezit heeft. Het huidige kasteel is gebouwd in 1890. Het kasteelpark is ontworpen door de grote Franse tuinarchitect Henri Duchêne (1841-1902), die zich baseerde op het park van Vaux-le-Vicomte. Het kasteelpark is enkel voor groepen toegankelijk. Reserveren is verplicht. Als wij dat zouden willen doen moeten wij best nu beslissen.
Dat gruut interesseert mij ook. De familie Gruuthuuse kocht dus in 1190  het monopolie van de gruuttaks van de graven van Vlaanderen. Maar een eeuw later begon de hop zijn opmars. Hopbier bewaarde beter. De uitdrukking ‘klein grut’, allerlei waardeloze kleinigheden en een ‘grutter’, een kruidenier of figuurlijk, een zeer bekrompen iemand, tonen aan hoe dit gruut geapprecieerd werd. Terwijl in Brugge in 1332 de taks op gruutbier nog 18% uitmaakte van de stedelijke inkomsten, was dit in 1391 gedaald tot 6 procent, tegenover 25% voor de taks op hopbier.
Deze grafiek geeft de totale waarde van de hop en de gruut die jaarlijks binnengebracht werden in het Sint-Jansziekenhuis ven Brugge met duidelijk het verlies van gruut to hommel (hop)vanaf 1385. Ondanks dat bleven in 1411 de taksen op een ton hoppebier nog behouden 24 groten, terwijl dit op Brugs bier bvb. slechts 2 groten bedroeg.
Dit is interessant om aan te tonen hoe relatief het begrip ‘vrije markt’ wel is. In het prille begin van de markteconomie was er al een sterke tendens tot monopolievorming. Alhoewel het gruut manifest onderdeed voor de hop heeft dat monopolie eeuwen standgehouden. 
In 1364 werd in het Heilige Roomse Rijk de Novus modus fermentandi cervisiam, een nieuwe methode om bier te brouwen, ingevoerd. Vanuit Bohemen begint de hop aan een langzame maar onstuitbare opmars. Maar het deel ten westen van de Schelde van het graafschap Vlaanderen was Frans en daar bleef de hop zwaar belast.
Ik heb geprobeerd uit te vissen wat juist de samenstelling van dat gruut was. Kwestie van mijn broer en huisbrouwer Jozef eens een gruutbier te laten brouwen. Het was een mengeling van kruiden of van mout met kruiden. De heren van Gruuthuse gebruikten voor hun 'gruut' hoofdzakelijk gedroogde bloemen van de gagel. Maar in de mengeling zat ook rozemarijn, salie, duizendblad en laurierbessen.
Volgens Bier Passie kwamen ook wijnruit, tijm, duizendblad, hars en anijs voor (Bier Passie Magazine,nr. 13, 2002 blz. 10 en 11).  Duizendblad en wijnruit zitten vandaag in veel voedingssupplementen alhoewel ze erg fotosensibiliserend zijn.  Ook steranijs, komijn, karwij, nootmuskaat, dille, jeneverbessen, esdoorn en Iers mos kunnen bij gruut. Gember werd al in de Middeleeuwen overvloedig gebruikt. Onze Lieve Vrouwe Bedstro levert een eerder zoetig bier op, maar ik appreciëer dit meer in wijn. Ieder jaar aperitieven wij in mei met de maitrank.
Hildegard, abdis van Bingen ( + 1179) was voor het gebruik van essenblad in bier omdat de hop de mens melancholiek maakte en slecht is voor de ingewanden. Dat zal natuurlijk voor de Gruuthuuse’s een reden zijn geweest om dit goedkoop bestanddeel aan hun gruut toe te voegen. Volgens Wikipedia zou, aangezien dit libido verhogend effect voor monniken en priesters ongewenst was, besloten zijn om geleidelijk dit afrodisiacum te vervangen door hop, wat een kalmerende werking heeft. Vooral door toedoen van de protestanten en hun drang naar zuiverheid zou deze ingreep in een stroomversnelling zijn geraakt. Dit raakt volgens mij kant nog wal.
Maar het is eigenlijk niet nodig mijn broer Jozef te motiveren om een gruutbier te brouwen. Pierre Celis stofte met zijn Hoegaards witbier niet alleen een verdwenen biertype af maar lanceerde ook een trend. In zijn witbier gebruikt hij kruiden, koriander en curaçao.
De Gouden Boom heeft in 1983 het patersbier van Steenbrugge –op een steenworp van onze boerderij - opnieuw gelanceerd op basis van gruut. Ondertussen is de Gouden Boom overgenomen door Palm.
De Gentse Stadsbrouwerij Gruut is opgericht in 2009 door een telg van een brouwersfamilie Riva in Dentergem. Het onderzoek naar een geschikte kruidensamenstelling is gesubsidieerd geweest door een Vlaams innovatiefonds (IWT). De kleine brouwinstallatie bevindt zich in hetzelfde gebouw als de gelagzaal en heeft een capaciteit om 5 hectoliter Gruut te brouwen. Deze productie is genoeg voor de brasserie zelf en voor enkele cafés in het Gentse. De grotere volumes worden gebrouwen en gebotteld bij brouwerij Bavik te Bavikhove..
In bepaalde bieren zijn kruiden natuurlijk nooit weg geweest. De Trappisten van Rochefort voegen een tikkeltje koriander toe aan hun bier. In het kerstbier ‘Pere Noël’ van brouwerij De Ranke zit zoethout, het snoepje van onze voorouders.  Achouffe gebruikt voor zijn ‘Biére du Soleil’ een tikkeltje rogge dat zorgt voor een kruidige, bijna peperige sensatie.

De slag bij Moerbrugge

Vlakbij, aan de kanaalbrug van Moerbrugge, had in september 1944 een hevige strijd plaats tussen Duitsers en geallieerden. 20 burgers, 48 Canadezen en 104 Duitsers kwamen om. De kunstenaar Ben Snauwaert smeedde in opdracht van het gemeentebestuur van Oostkamp onderdelen van een oude Sherman-tank van 25 ton om tot een vredesmonument "SMEED OORLOG OM TOT EEUWIGE VREDE". Ingewijd in 1994 door minister van oorlog Leo Delcroix, bij de herdenking van 50 jaar Slagom Moerbrugge
Vlakbij, bij de Beverhoutsveldkapel, staat een houten bord met volgende tekst:
“Dank aan O.L.V. om de bescherming tijdens het oorlogsgeweld om 'de slag van Moerbrugge en
't Beverhoutsveld'. 8 - 12 september 1944. Onze dierbare medeburgers en alle militaire slachtoffers bij dit gebeuren indachtig, in ’t bijzonder de dappere Canadese bevrijders v.d. 10° inf. brig.
Bidden we voor de vrede. O.L.V. bid voor ons”.
Op 9 september 1944 stootte Majoor Robert Andrew Paterson, de bevrijder van Moerbrugge, door tot aan de Sint-Godelievekerk waar hij met zijn compagnie gedurende twee dagen  en nachten vier duitse tegenaanvallen afsloeg. Op 10 september slaagden de Canadese Engineers erin een Baileybrug te bouwen, waarna de eerste tanks van het South Albertaregiment het bruggenhoofd consolideerden. De Duitsers boden echter felle weerstand, zodat de strijd duurde tot 12 september. Tactisch gezien misschien een overwinning voor de Canadezen, maar strategisch gezien waardeloos aangezien de Scheldemonding in Duitse handen bleef tot begin november. Toen werd besloten Walcheren onder water te zetten en een landing te organiseren in de bressen.
Montgomery droomde onmiddellijk naar Berlijn door te stoten en liet daarom de Scheldemonding over aan de Canadezen. Ondertussen landden op 17 september 1073 troepentransportvliegtuigen en 500 zweefvliegtuigen  begeleid door 1500 jagers met 20.000 man, 511 voertuigen en 330 stukken geschut in Arnhem, een brug te ver. Dit was de operatie Market Garden.
Het grootste deel van Vlaanderen - Antwerpen incluis - was bevrijd, behalve de strook van Zeebrugge tot Knokke. Niet alleeen beheersten de Duitsers de oevers van de Westerschelde, ze slaagden er ook in de troepen die in de zak van Breskens ingesloten waren over te zetten naar Walcheren. Montgomery moets zijn  materiaal en troepen nog steeds vanuit Normandië aanvoeren.
Vandaar de “Operatie Switchback” die begon met de slag bij Moerbrugge. Alle bruggen over het kanaal Brugge - Gent waren door de Duitsers vernietigd. Het Zwin was door de Duitsers onder water gezet, o.a. Westkapelle en Oostkerke. Na Moerbrugge probeerde men dan op 6 oktober een oversteek bij Maldegem - Aardenburg op de Belgisch-Nederlandse grens. Op 12 oktober werd met amfibievoertuigen de monding van de Braakman overgestoken, aan de achterzijde van de Duitse "Breskens pocket", met harde gevechten voor om Breskens, Oostburg en Cadzand. Zeebrugge moest wachten tot 2 november 1944. "Switchback” werd beëindigd op 3 november 1944.
Om Walcheren aan de overzijde van de Westerschelde klein te krijgen bombardeerde de RAF er de dijken en zette het eiland onder water. Maar de Duitsers blokkeerden vanuit hun bunkers op de dijk  alle scheepvaartverkeer zodat op 1 november Canadezen een heuse landingsoperatie moesten uitvoeren in de bressen. Op 8 november gaven 40.000 Duitsers zich over.
Vlakbij de Moerbrug ligt het natuurreservaat de Warandeputten, ontstaan door de herkalibrering van het aangrenzende kanaal, 10 ha groot. Het ligt aan de monding van de Rivierbeek die uit Ruddervoorde komt. Er is een rondgang van 2 km, waarvan 400m plankenpad door open water, rietmoeras en moerasbos met  2 kijkhutten en 2 kijkwanden; De ijsvogel komt hier jaarlijks broeden  en er zijn de onvermijdelijke Galloway-runderen soms met hun schattige jonge kalfjes.

Het Beverhoutsveld

Op het Beverhoutsveld is al gevochten geweest in 1382: de Gentenaren, aangevoerd door Filips van Artevelde, versloegen er de Bruggelingen. De Gentenaars hadden de Zuidleie of Brugse Leie uitgediept tot een kanaal, tot ergernis van de Bruggelingen.
Het verslag uit 'Excellente cronicke van Vlaenderen' (15de eeuw) roept een vraag op: wordt er op de bloedprocessie nog altijd stevig gedronken? “In het jaar des Heren 1382 bereikte Filips van Artevelde, de opperruwaard, op 3 mei het Beverhoutsveld. Die van Brugge waren zeer vermoeid door de Heilig-Bloedprocessie, omdat velen stevig hadden gedronken. Ze liepen volstrekt wanordelijk de Gentpoort uit in troepjes van twaalf of zestien personen. Sommigen waren stomdronken, anderen stevig aangeschoten, waardoor ze nauwelijks tot iets in staat waren. En zo werden ze een voor een door de Gentenaren doodgeslagen, als kuikens, zonder enige geestkracht of verweer”.
Vlakbij, in de Ravenbosstraat 10, is het ‘Beverhoutshof’  of Het Blauw Kasteel. In de middeleeuwen een omwalde hoeve, beschermd bij Ministerieel Besluit van 31 juli 1997.
Dit kasteel ligt in het Beverhoutsveld, een van de weinige gemene weiden die nog in openbaar bezit zijn. In het kadaster in 1835 staat er als eigenaar van een Gemene Weide  nog "De Regierders van Beverhoutsveld". Pas in het begin van de twintigste eeuw werd het Beverhoutsveld verdeeld door een uitspraak van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brugge: Oedelem kreeg 8/13de, Oostkamp 3/13de en 2/13de voor Beernem. Verdeeld maar nog altijd in openbaar bezit. In Ruddervoorde werd het Vrijgeweed verkaveld in een aantal grote hoeven door de Duitsers, in 1942. Zo’n veertig jaar geleden liepen daarover nog altijd een paar processen …

Bulskampveld

Vanuit Moerbrugge kunnen wij langs het kanaal naar het provinciaal domein Bulskampveld. In de 17e eeuw was het Bulskampveld 10.000 ha groot en strekte zich uit van Lotenhulle, over Aalter, Beernem, Wingene en Ruddervoorde tot Lichtervelde en Torhout. Het kasteel werd in 1874 gebouwd in een domein van 415 ha, het Lambertsgoed. Later werd het kasteel eigendom van de familie Lippens, die het Lippensgoed in eigendom hadden van 1904 tot 1969. In 1906 lieten zij een groots park aanleggen. In 1964 verwierf het Westvlaamse provinciebestuur 202 ha van het landgoed. In 1981 kocht de staat 108 ha. In 1994 werd het bos uitgebreid met ruim 6 ha. Eventueel rijden wij door wat er van die 10.000 ha bos overblijft naar Ruddervoorde.
Vanuit Moerbrugge is het ook heerlijk fietsen door de polders naar Damme, het boekendorp. Daar kan men de fietsen op de boot zetten om over de vaart naar Brugge te varen, en vandaar per fiets terug naar Moerbrugge.

Mijn broer Jozef is een greeter voor Brugge. We moeten zien hoe wij een wandeling met hem in minder toeristische plekken van de stad kunnen inschakelen.
paula wacht jullie op in gezelschap van de mooiste boerin van Vlaanderen