samedi 25 juin 2011

Limburg – Limbourg: het groot Dietslandproject van Willem Frederik van Oranje-Nassau

Wat hebben Nederlands en Belgisch Limburg (of West- en Oost- Limburg volgens het Limburgcharter gemeen met het vroegere hertogdom Limbourg aan de Vesder? Een paar dorpen maar: Kerkrade, Valkenburg en Teuven. En dan nog: Teuven en de Voer behoorde tot 1963 bij Luik. Waarom noemen die twee provincies dan Limburg? Omdat in 1814 de eerste koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden hoogstpersoonlijk de naam Limburg in de marge van de Grondwet schreef. Met grootse plannen in zijn achterhoofd.
Hertog van Limburg’: sinds 1288 een adelijk titeltje
Het hertogdom Limburg is opgeslorpt door Brabant sinds 1288. Sindsdien was ‘hertog van Limburg’ een adelijk titel tje dat via het Verdrag van Londen van 1839 als compensatie aan Willem van Nassau werd gegeven voor het verlies van franstalig Luxemburg aan België. Op het visitekaartje van de Nassaus stond al Limburg vermeld, maar het ging hier over een Duits graafschap : “Herzog von Nassau, Pfalzgraf bei Rhein, Graf zu Sayn, Königstein, Katzenelnbogen und Diez, Burggraf zu Hammerstein, Herr zu Mahlberg, Wiesbaden, Idstein, Merenberg, Limburg und Eppstein”. Willem bouwt rond dat titeltje een politiek project: zijn privéhertogdom Limburg van Roermond tot Luxemburg…
Volgens Conscience begint het verhaal in 1107 met Hendrik van Limburg.
« In 1114, de Duitschen tegen hunnen keizer opgestaen zynde, nam Godfried-met-den-Baerd deel in den oorlog tegen den keizer. Godfried was hertog van Lotheringen, of liever van Braband, mits die naem alsdan in gebruik kwam. Dit deed ook Hendrik van Limburg, welke eertyds naer het hertogdom gestaen had».
Lees eventjes de tekst met de franse vertaling in het achterhoofd. Dan geeft men er zich rekenschap van hoe Conscience in het Frans dacht: « En 1114, les Allemands s’étant soulevés contre leur empereur, Godfroid-le-barbu participa à la guerre contre l'empereur. Godfroid était duc de Lorraine, ou plutôt de Brabant, puisque ce nom venait en usage alors ». In het nederlands klinkt het bombastisch. In feite is het vertaald uit het frans. Moest Van Aelst dit te weten komen!
Maar gaan we verder met het verhaal van Conscience. Het scheelde geen haar of het hertogdom Limburg had nooit het licht gezien. De snode en ondankbare Hendrik blijft zich hertog van Limburg noemen ondanks de grootmoedigheid van zijn overwinnaar: « Maar Hendrik van Limburg kwam den oorlog aendoen aan Godfried. Deze neemt de vrouw van Hendrik met een groot getal ridders gevangen; zyn vyand alleen was het ontvlugt. Godfried gaf ter dier gelegenheid een bewys van grootmoedigheid: hy zond de vrouw van Hendrik naer haren man terug. Deze schoone daed van Godfried deed indruk op het gemoed van zynen vyand; Hendrik gaf zich ten onderen en een goede vrede werd, in 1107, gesloten. Niettemin, het schynt dat Hendrik zich hertog van Limburg bleef noemen, want het is omtrent dien tyd dat Limburg als een hertogdom begint gemeld te worden ».
Van het prille begin is de titel ‘Hertog van Limburg’ bedrieglijk toegeeigend. Maar loontje komt om zijn boontje. ‘Bedriegers zijn de HEER een gruwel’ (Spreuken 12:22). De rekening wordt gepresenteerd in 1283. Het huwelijk van Reinoud I van Gelre met Imgard van Limburg bleef kinderloos. Daardoor begon in 1283 de Limburgse Successieoorlog. Die vond zijn ontknoping in de Slag bij Woeringen in 1288, die werd gewonnen door hertog Jan I van Brabant. Deze palmde het hertogdom Limburg in. Het hertogdom Limburg verdwijnt en wordt een eretitel. Filips van Sint-Pols is de laatste hertog van Brabant die de titel draagt. Na zijn dood ging het hertogdom naar Filips de Goede, die hij in 1426 als erfgenaam had erkend. Het zou een beetje omslachtig maar niet onmogelijk zijn het spoor verder na te trekken tot de Nassaus. Die mannen koesteren hun titel(tjes) en zijn ook op internet met hun stambomen. Wie daaraan begint moet wel onderscheid maken met het Duitse graafschap Limburg.
Wat wij nu Limburg noemen was tot in 1789 het graafschap Loon (fr. Looz). Loon maakt deel uit van het prinsbisdom Luik sinds 1366
Maar als de Limburgen niets te maken hebben met Limbourg, wat waren ze dan wel? Wat wij nu Limburg noemen was het graafschap Loon dat van 1365 tot 1789 deel uitmaakte van het prinsbisdom Luik. In het frans spreekt men over ‘le pays de Looz’. Vandaag is Looza nog de naam van een fruitsapje.
Arnold, eerste graaf van Loon was de broer van bisschop Balderik van Luik. Arnold bepaalde in 1190 dat zijn graafschap naar de prinsbisschop moest gaan in geval van afwezigheid van mannelijke nakomelingen. Anderhalve eeuw later is dit het geval. In 1336 sterft graaf Lodewijk IV van Loon kinderloos. Zijn neef, Diederik van Heinsberg, eiste de titel op. De prinsbisschop fronste de wenkbrauwen bij deze dubieuze machtswissel, maar ging uiteindelijk akkoord. Maar toen ook Diederik kinderloos stierf en zijn neef Godefroid d’Alembrouck de titel opeiste, was de maat voor Luik vol en werd het graafschap in 1365 ingelijfd bij Luik, na een lange oorlog die de Limburgse Successieoorlog waard was.
De Luikse milities belegerden Stokkem waar Godefroid zich verschanst had. Hij gaf zich over na 30 dagen, tekende alles wat hem gevraagd werd… maar verkocht het jaar erop het graafschap dat niet meer van hem was aan Arnould d’Oreye, heer van Rummen (D.D. Boverie l’histoire de Liège p.90)!
Jean d’Arkel, die bischop werd in 1364 belegert het kasteel van Rummen in 1365. Arnould zet zelfs bombardes in: het eerste gebruik van buskruit in de streek. Uiteindelijk doet hij in ruil voor een jaarlijkse rente van 3000 gulden afstand van alle aanspraken op het graafschap.
Van 1365 tot in 1794 maakt Loon dus deel uit van het prinsbisdom.
Na de slag bij Fleurus werd het Prinsbisdom, het vroegere Loon inbegrepen, door Frankrijk geannexeerd. Loon kwam in het departement Nedermaas (Meuse-Infèrieure) met Maastricht als hoofdstad. Belgisch en Nederlands Limburg werden verenigd.
Willem I schreef hoogstpersoonlijk de naam Limburg in de marge van de Grondwet.
In 1814 gaat Napoleon in ballingschap op Elba. In Wenen kwam een aantal diplomaten bijeen voor het Congres van Wenen om Europa opnieuw te verdelen. Willem I kreeg door het Congres van Wenen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden toebedeeld, waarin Nederland en België verenigd werden. Daarnaast werd Willem I ook groothertog van Luxemburg : de familie was nogal wat pluimen verloren in Duitsland waar een hele serie vorsten, prinsen en hertogen terug een kroon moesten krijgen nadat Napoleon hun kaarten wat had dooreengeschud. Willem kreeg als compensatie het hertogdom Luxemburg. Vanaf 16 maart 1815 wordt Z.H. prins Willem Frederik van Oranje-Nassau aangesproken als Z.M. koning Willem, koning der Nederlanden, groothertog van Luxemburg, prins van Oranje-Nassau.
Bij de vorming van zijn koninkrijk was oorspronkelijk de naam Maastricht of Opper-Gelderland voorgesteld, maar Willem I. schreef hoogstpersoonlijk in de marge van de Grondwet dat hem die benaming niet aanstond en koos voor Limburg. Merkwaardig, omdat het middeleeuws hertogdom Limbourg aan de Vesder op een paar dorpen na niets te maken had met het Limburg van het nieuwe koninkrijk. Maar niemand ging daar verder op in, ook al omdat Willem nogal autoritair was en de tijdsgeest niet tot discussie uitnodigde.
Een klein detail van de geschiedenis: de man die Willem op de troon heeft gezet is een zekere
Leopold graaf van Limburg Stirum . Deze maakte deel uit van het Driemanschap dat op 17 november 1813 een Voorlopig Bewind vormde en de troon aanbood aan Willem. Maar dat heeft niets met de keuze van Willem voor Limburg te maken: Limburg Stirum verwijst naar het Duitse graafschap Limburg.
De provincie wordt dus Limburg gedoopt. Dat belet hen niet mee in verzet te gaan tegen Willem I. Het huidige nederlands Limburg sluit aan bij België. Het nieuwe België van 1830 stelde de naam Limburg niet in vraag, onder andere omdat het goed uitkwam: België maakte aanspraak op Limburg tot Roermond, en op een deel van Luxemburg.
In 1939 geeft Willem der Nederlanden zijn Limburgproject een nieuwe invulling. Hij aanvaardt een vredesverdrag met het opstandige België op voorwaarde dat hij het oostelijke deel van de "Belgische" provincies Limburg en Luxemburg terugkrijgt. Deze provincies hoorden sinds 1830 bij België, op de vestingen van Luxemburg-stad en Maastricht na. Formeel was Luxemburg echter nog steeds een groothertogdom binnen de Duitse Bond. In het Verdrag van Londen (1839) werd het Duitstalige deel van Luxemburg aan Willem teruggegeven, maar werd het Franstalige deel aan België afgestaan. Als compensatie voor dit verlies kreeg Willem de oude hertogelijke titel van Limburg terug, samen met Nederlands Limburg.
Treaty of London, 19 Apr 1839, art. 3: "there shall be assigned to HM the king of the Netherlands, Grand Duke of Luxemburg, a territorial indemnity in the Province of Limburg"; art. 4: "...HM shall possess, either to be held by him in his character of Grand Duke of Luxemburg, or for the purpose of being united to Holland, those territories" which represent the modern Dutch province of Limburg, less Maastricht”
Willem maakt er een potje van : zijn Limburgers krijgen de dubbele nationaliteit. Op 16 Augustus 1839 nam de Duitse Bond, op vraag van Willem I, Limburg (zonder de vestingsteden Maastricht en Venlo) op in de Duitse Bond waardoor de inwoners de dubbele nationaliteit kregen. Limburg moest zelfs een contigent troepen beschikbaar houden en in oorlogstijd de zijde van de Duitse Bond kiezen. Hoewel Maastricht dus niet tot het gebied van de Duitse Bond ging behoren, werd deze vestiging aangewezen als garnizoensplaats voor het Bondscontigent, waartoe een deel van het Nederlandse leger werd gebruikt.
Bij de Hollanders was een grote terughoudendheid tegenover het katholieke agrarische Limburg en velen waren bereid om de provincie helemaal aan de Duitse Bond over te doen.
In Limburg waren dan ook veel separatisten. Sommigen wilden aansluiting bij België. Anderen wilden een vereniging met Luxemburg. In 1848 werd een zekere Scherpenzeel-Heusch met 91% verkozen in het Frankfurter Parlement, afgedwongen door de revolutionaire beweging waar o.a. Karl Marx zijn sporen verdiende. Deze verkiezingen waren trouwens veel democratischer dan de Nederlandse verkiezingen. In die tijd waren in heel Nederland rond de 55.000 stemgerechtigden. In 1848 mocht ook de middenklasse meestemmen.
Wilhelmina de laatste adellijke hertogin van Limburg
Ook zijn zoon , Prins van Oranje-Nassau, was van 1849 tot zijn dood Koning der Nederlanden en Groothertog van Luxemburg, en van 1849 tot 1866 hertog van Limburg. Die titel verloor hij doodat in 1866 de Duitse Bond werd opgedoekt. Limburg en Luxemburg kwamen hierdoor buiten het Duitse staatbestel. De titel hertogdom had geen betekenis meer.Het provinciaal bestuur bleef de titel echter nog gebruiken tot 1906.
Na 1866 bleef de titel van hertog van Limburg als een persoonlijke, adellijke titel gehandhaafd door het Koninklijk Huis. De titel bleef ook in de preambule gehandhaafd tot 1948, toen Wilhelmina aftrad. Aangezien adellijke titels niet worden overgegeven in vrouwelijke lijn, is Wilhelmina de laatste adellijke hertogin van Limburg geweest.
Bij de vrede van Versailles wil België de annexatie van Luxemburg en Limburg
Ook België legt zich niet neer bij het verlies van Limburg. Tijdens de eerste wereldoorlog ontwikkelde de Belgische regering plannen waarin annexatie van Luxemburg, Eupen, Malmedy, St.Vith, Limburg en Zeeuws Vlaanderen, voorkwamen. Nederland zou eventueel met Duits grondgebied, zoals Oost Friesland, gecompenseerd kunnen worden. Ze riepen onder andere in dat de Maasovergangen in Nederlands Limburg invasieroutes waren voor het Duitse leger. Nederland was verontwaardigd: hadden zij niet talloze Belgische militairen en burgers opgevangen?
In Versailles was veel sympathie voor België dat zeer onder de oorlog had geleden. Velen beschouwden de neutrale mogendheid Nederland als pro-Duits. Maar deze Belgische annexatieplannen botste met Wilsons zelfbeschikkingsrecht der volkeren. De herziening van de scheidingsverdragen van 1839 bleef aanslepen tot 1925 toen een nieuw Schelderegiem en een overeenkomst over kanalen naar de Moerdijk en van Antwerpen naar het Ruhrgebied bereikt waren.
Waar is dat nu allemaal goed voor? Waarvoor moet men dat weten? Ik zou zeggen met Willem: 'Ge kunt nooit weten’. Waarom wilde Willem in 1814 Limburg als naam voor het land van Nedermaas? Het kwam hem in 1939 goed van pas! Mischien heeft morgen het Vlaanderen van De Wever genoeg van de Limburgers. Of omgekeerd: hebben van de Limburgers genoeg van het Vlaanderen van De Wever. En dan kan het practisch zijn een nieuwe naam voorhanden te hebben, en niet te moeten improviseren zoals Bossi met zijn Padanië. Het land van Loon lijkt mij een aanvaardbaar alternatief. Beter dan het land van Ooit. Tenzij men wat de Franse toer opgaat en spreekt over het land van Looz. Of Looza… Als Looza dan nog bestaat is een sponsor direct gevonden…